Volgt er op het fantastische 2023 een even indrukwekkend 2024 voor LCL Data Centers? “Groeien doen we sowieso”, zegt Laurens van Reijen, “maar dit jaar leveren we extra inspanningen om onze organisatie robuuster en duurzamer te maken. Door veel met onze stakeholders te praten en de lat voor elkaar steeds wat hoger te leggen, krijgen we nieuwe inzichten die innovatie voeden – zowel bij hen als bij ons. Een succesvol duurzaam verhaal schrijf je niet op een eiland.”
Welke (duurzame) investeringen staan er op het programma?
Laurens van Reijen: “Het opwekken van eigen groene energie staat hoog op de agenda. Onze ambitie blijft om 40 procent van wat onze datacenters verbruiken zelf te produceren – en dat is geen utopie. Er is natuurlijk al ons zonnepark in Gembloux, maar we moeten volgende stappen zetten en win-winscenario’s met diverse partijen onderzoeken. Zo heeft een landbouwer uit het Brusselse ons gecontacteerd. Hij wil investeren in zonnepanelen, maar die zouden te veel elektriciteit opwekken voor eigen gebruik. Of LCL interesse heeft om vaste afnemer te zijn van het overschot? Natuurlijk, want wij verbruiken continue dezelfde hoeveelheid stroom (base load) en kunnen die altijd absorberen in onze datacenters. Door met zo’n externe partner een power purchase agreement – een verzekerde afname – voor de komende 20 jaar af te sluiten, komt de bank over de brug voor financiering. Zo effenen wij de weg voor die duurzame investering. Wij zijn de hefboom.”
“LCL is voorstander om bijkomende zonneparken te plaatsen en geen bestaande over te nemen, want we streven naar een reële toename van hernieuwbare energiebronnen. Daarvoor zijn extra investeringen nodig. Niet alleen in zonne- maar ook in windenergie. We voeren daarvoor onder andere gesprekken om groene energie af te nemen van het windmolenpark op zee, het Prinses Elisabethpark.”
LCL investeert niet alleen in groene energie, maar ook in de groei van de kernactiviteiten.
“Inderdaad. De werken aan de verdere uitbouw van ons datacenter in Aalst (LCL Brussels-West) zijn volop bezig, terwijl in Diegem (LCL Brussels-North) de funderingen worden gelegd voor het datacenter dat uiteindelijk vijf bouwlagen zal tellen. Eind 2025 moet dat up and running zijn.”
Welke trends die een impact kunnen hebben in 2024 zie je in de markt?
“De doorbraak van artificiële intelligentie (AI) is een feit. Als je ziet hoeveel toepassingen er quasi dagelijks bijkomen. Indrukwekkend. Ook op vlak van duurzaamheid kan AI een grote rol spelen door nieuwe modellen te ontwikkelen om, bijvoorbeeld, het waterbeheer van onze rivieren te verbeteren. AI zal zorgen voor veel innovaties in heel veel domeinen, maar daar staat ook een enorme nood aan power tegenover. Het trainen van een AI-model kost enorm veel geld en stroom. Als datacenter zullen we zeker moeten onderzoeken hoe we dat op een andere manier kunnen aanpakken. Uit gesprekken met onze leveranciers blijkt dat liquid cooling – waarbij water de processoren afkoelt – stilaan een realiteit wordt.”
“En opnieuw blijkt dat het voortdurend bevragen van onze stakeholders inzichten oplevert die een gunstige impact hebben op innovatie. Euroheat & Power, de vereniging van warmtenetten in Europa, ziet net als wij ook potentie in het benutten van het warme water van liquid cooling in datacenters om warmtenetten te voeden. In Aalst hebben we al aansluitingen voor een mogelijke warmtekoppelaar, zodat we warmte kunnen afgeven aan een warmtenet. We nemen al een voorschot op de toekomst in het design van het datacenter.”
2024 is het eerste jaar waarin LCL Data Centers aan de start komt met een raad van bestuur. Wat mogen we verwachten?
“Twintig jaar lang was ik de raad van bestuur en moest ik overeenkomen met de persoon die mij dagelijks aankijkt in de spiegel. (lacht) Nu LCL groter wordt, meer medewerkers telt, meer investeert, is het wijs om een raad van bestuur te installeren, die extra expertise aan tafel brengt en kritisch met ons meedenkt. Momenteel zijn er naast mezelf drie leden, drie grote aanwinsten. Ingrid Daerden heeft een financiële achtergrond en veel kennis van onroerend goed. Els Demeester, die ook voorzitter is, heeft als gewezen CEO ruime ervaring in multinationals. André Autrand bekijkt de zaken met het oog op de langere termijn. In de loop van 2024 wil ik de raad met nog eens drie deskundigen versterken om bijkomende kennis rond AI, energie en IT binnen te brengen.”
“Ook het managementteam breidt uit met Nicolas Coppee. Het installeren van een raad van bestuur en het versterken van het managementteam moet niet alleen onze kennis verdiepen, maar ook onze organisatie robuuster maken.”
Met een tweede sustainability report in het vooruitzicht (juni 2024) en een EcoVadis Gold-certificaat op zak raakt duurzaamheid sterker dan ooit ingebed in de strategie en de werking van LCL. Wat leveren die inspanningen op?
“We zijn altijd al een koploper geweest op vlak van duurzaamheid. Een duurzaamheidsrapport publiceren, bijvoorbeeld, is voor LCL nog niet wettelijk verplicht en toch vonden we het noodzakelijk. Omdat we duurzaamheid in ons hart dragen, maar ook omdat het belangrijk is om op die manier bekend te staan in onze sector. Nieuwe en bestaande klanten, geïnteresseerde nieuwe medewerkers, leveranciers… vragen steeds meer naar onze inspanningen. Het heeft ontegensprekelijk een commerciële impact, maar ook binnen ons bedrijf leeft het. EcoVadis maakt duidelijk dat we heel goed bezig zijn op ESG-vlak, maar toont tegelijkertijd op welke punten we nog vooruitgang kunnen boeken. Het werk is nooit af.”
“Een van de zaken die we willen bekijken is ons inkoopbeleid. We kopen decentraal in, wat het grote voordeel heeft dat we snel kunnen schakelen. Nadeel is dan weer dat we onze leveranciers te weinig beoordelen op hun duurzaamheid. Daar moeten we een nieuwe balans zoeken, zonder terecht te komen in een logger centraal inkoopbeleid. EcoVadis maakt het ook mogelijk om de score van onze handelspartners op te vragen – en zo nodig het gesprek op te starten om verbeterpunten aan te brengen. Ook dat is een motor voor innovatie: door elkaar vragen te stellen en uit te dagen, spoor je elkaar aan om meer te doen om de maatschappij beter te maken. Duurzaam innoveren doe je niet vanop je eiland, daarvoor moet je samenwerken. ”